Appendicitis

Chirurgische behandeling verdient altijd de voorkeur.
Neem altijd peroperatieve stalen voor kweek.

Belangrijk om onderscheid te maken: "geen perforatie, geen peritonitis" ⇔ "gangreneus met perforatie, met of zonder lokale of diffuse peritonitis.

Etiologie

  • Enterobacterales
  • Anaëroben

Therapie / dagdosis

Geen perforatie, geen peritonitis:

geen antibiotherapie

Opmerkingen

Wél heelkundige profylaxe (zie appendectomie)

Gangreneus (mogelijk met perforatie) met of zonder peritonitis zonder risicofactoren voor infectie door resistente micro-organismen:

amoxicilline-clavulaanzuur (amoxiciIIine 1 g + clavulaanzuur 200 mg) IV elke 4 uur

Duur indien gangreneus: 1 tot 3 dagen na operatie.
Duur indien perforatie (met of zonder peritonitis): 3 tot 7 dagen na correcte chirurgie (en afhankelijk van de klinische respons).

Opmerkingen

Start de antibiotherapie op tijdens of onmiddellijk na de operatie.

Bij gunstige klinische en biochemische evolutie kan snel overgeschakeld worden op amoxicilline-clavulaanzuur (amoxiciIIine 1 g + clavulaanzuur 250 mg) PO elke 8 uur.

Gangreneus (mogelijk met perforatie) met of zonder peritonitis met risicofactoren voor infectie door resistente micro-organismen

piperacilline-tazobactam (piperaciIIine 4 g + tazobactam 500 mg)  4 g IV OD, gevolgd door 4g via CI over 6 uur of 4 g IV elke 6 uur

Duur indien gangreneus: 1 tot 3 dagen na operatie.
Duur indien perforatie (met of zonder peritonitis): 3 tot 7 dagen na correcte chirurgie (en afhankelijk van de klinische respons).

Opmerkingen

Start de antibiotherapie op tijdens of onmiddellijk na de operatie.

Bij gunstige klinische en biochemische evolutie kan snel overgeschakeld worden op amoxicilline-clavulaanzuur (amoxiciIIine 1 g + clavulaanzuur 250 mg) PO elke 8 uur indien gevoelige kiemen geïsoleerd.

Commentaar

Indien de patiënt klinisch en/of biochemisch niet gunstig evolueert, dient een abces uitgesloten te worden.