Erysipelas, Cellulitis en Lymfangitis
Erysipelas: oppervlakkige infectie (dermis), rood met scherp begrensde randen, pijnlijk, voortschrijdend, vaak lymfangitis component.
Onderscheid met cellulitis is dikwijls zeer moeilijk.
Cellulitis: ook weefsel onder de dermis is aangetast, oedeem aanwezig.
Meestal aan de onderste ledematen of in het gelaat.
Vaak predisponerende factoren: vasculaire insufficiëntie, diabetes, lymfoedeem, obesitas, ...
Inoculatie via kleine wondjes distaal (bv. fissuren bij Tinea pedis).
Onderscheid tussen erysipelas en cellulitis is vaak moeilijk.
Neem hemoculturen af bij koorts en/of hoge inflammatoire parameters.
Nazicht op kleine wondjes (bv. peri-ungeaal) is belangrijk want wondkweken (zelfs van kleine primaire wondjes) kunnen richtinggevend zijn voor het etiologisch agens.
Bij diabetes of immuungecompromitteerde patiënten zijn hemoculturen steeds aangewezen evenals blinde punctie en aspiratie van wondvocht (zie ook Wondinfecties).
"Chronische of bilaterale erysipelas/cellultis" is zeer onwaarschijnlijk; vasculaire etiologie is dan het meest waarschijnlijk (hoogstand van het lidmaat kan uitsluitsel brengen).
Lymfangitis: langwerpige, pijnlijke rode streep op de huid (meestal op de ledematen) vaak vertrekkend uit een (kleine) wonde.
Etiologie
Erysipelas en lymfangitis:
- Streptococcus pyogenes
- Streptococcus agalactiae
- Streptokokken groep C
- Streptokokken groep G (Streptococcus dysgalactiae)
Cellulitis:
- Staphylococcus aureus
- Streptococcus pyogenes
- Streptococcus agalactiae
- Streptokokken groep C
- Streptokokken groep G (Streptococcus dysgalactiae)
- ...
Bij diabetespatiënten met wonden of patiënten met chronische ulcera die een plots optredende cellulitis uitgaande van de wonde vertonen is het palet pathogenen uitgebreider (hier is een correcte wondkweek noodzakelijk): Enterobacteriaceae, Pseudomonas aeruginosa, ...
Ook bij immuungecompromitteerde patiënten moet bv. Pseudomonas aeruginosa in de differentiële diagnostiek worden opgenomen (zie Wondinfecties).
Therapie / dagdosis
Indien behandeling peroraal mogelijk:
cefadroxil 1 g PO elke 8 uur
Duur: 5 tot 8 dagen
Opmerkingen
Behandelingsduur is in functie van de inflammatoire parameters en niet in functie van de regressie van de huidletsels (roodheid en pijn kunnen nog toenemen gedurende 24 tot 36 uur).
Start antibiotica onmiddellijk op bij faciale cellulitis om het risico op thromboflebitis van de sinus cavernosus te verminderen.
"Chronische of bilaterale erysipelas/cellultis" is bijna nooit infectieus, maar vasculair gemedieerd (hoogstand van het lidmaat gedurende 10 minuten vermindert de symptomen).
Indien intraveneuze therapie noodzakelijk:
flucloxacilline 2 g IV OD, gevolgd door 3 tot 6 g via CI over 12 uur (~100mg/kg/dag)
Duur: 5 tot 8 dagen
Opmerkingen
Behandelingsduur is in functie van de inflammatoire parameters en niet in functie van de regressie van de huidletsels (roodheid en pijn kunnen nog toenemen gedurende 24 tot 36 uur).
Start antibiotica onmiddellijk op bij faciale cellulitis om het risico op thromboflebitis van de sinus cavernosus te verminderen.
"Chronische of bilaterale erysipelas/cellultis" is bijna nooit infectieus, maar vasculair gemedieerd (hoogstand van het lidmaat gedurende 10 minuten vermindert de symptomen).
Commentaar
Door vrijzetting van toxines kunnen de huidletsels (roodheid en pijn) nog toenemen gedurende 24 tot 36 uur.
Daarom is de behandelingsduur in functie van de inflammatoire parameters.
Klinische herevaluatie nodig na 48 uur.