Candidemie

Vijf Candida species (Candida albicans, Candida glabrata, Candida tropicalis, Candida parapsilosis, Candida krusei) zijn verantwoordelijk voor bijna alle candidemieën.
Ongeveer 50% van de candidemiën zijn veroorzaakt door Candida albicans (in België weinig resistentie tegen azolen).

Een gestructureerde aanpak gebaseerd op een bundel van essentiële interventies reduceert de mortaliteit en verbetert de outcome van patiënten met een candidemie:

  1. Start antifungale middelen onmiddellijk na afname van controle hemoculturen en gedurende minimum 14 dagen vanaf de datum van eerste negatieve opvolg hemoculturen.
  2. Verwijder -indien mogelijk- alle vasculaire katheters en stuur op voor cultuur. Verwijder of wissel ook een aanwezige blaassonde als mogelijk.
  3. Identifieer de bron + voer broncontrole uit zo mogelijk (bv. abcesdrainage).
  4. Sluit een gedissemineerde infectie uit (zeker bij herhaaldelijk positieve hemoculturen!): plan een oogfundus; overweeg TEE, echo lever, en mogelijk een PET/CT.
  5. Neem controle hemoculturen 48 uur na start behandeling; herhaal dagelijks tot ze negatief blijven.

Risicofactoren voor invasieve candidiasis

Risicofactoren voor invasieve candidiase:

  • hematologische oncologie of solide tumoren
  • immunosuppressie en/of neutropenie
  • nierfalen en hemodialyse
  • ernstige acute pancreatitis, gecompliceerde gastro-intestinale chirurgie
  • transplant patiënten
  • langdurig verblijf op IZ
  • langdurige breedspectrum antibiotica
  • langdurige aanwezigheid van centraal veneuze katheters, poortkatheter
  • totale parenterale nutritie (TPN)

Therapie / dagdosis

C. albicans bij mild zieke patiënt, niet voorbehandeld met azole, niet neutropeen

fluconazole 800 mg IV OD op dag 1, vervolgens 400 mg IV of PO elke 24 uur
Duur: minimaal 14 dagen (na de eerste negatieve hemocultuur)

Opmerkingen

Neem controle hemoculturen af na 48 uur.

Verwijder altijd alle aanwezige (centrale) katheters.

Alle andere patiënten

(neutropene of kritisch zieke patiënt; patiënt met gekende kolonisatie met C. krusei of C. glabrata; patiënt met C. albicans én voorbehandeld met azole)

anidulafungine 200 mg IV OD op dag 1, vervolgens 100 mg elke 24 uur
Duur: minimum 14 dagen (na de eerste negatieve hemocultuur)

Opmerkingen

Neem controle hemoculturen af na 48 uur.

Verwijder altijd alle aanwezige (centrale) katheters.

Overschakelen op PO therapie van zodra de toestand van de patiënt en het fungigram het toelaat.

De initiële IV behandeling met een echinocandine moet aangehouden worden tot de patiënt klinisch stabiel is (onafhankelijk van Candida species). Van zodra de klinische toestand stabiel is en het mycogram gevoeligheid toont aan fluconazole kan een downgrade naar fluconazole PO (2 x 400 mg op dag 1, waarna 400 mg elke 24 uur) vanaf dag 5 (ENKEL indien negatieve opvolg hemoculturen, geen Candida endocarditis, geen endovasculaire infectie).

Houd rekening met terugbetalingscriteria van echinocandines (voor start van anidulafungin/caspofungin dient u best een 1 malige dosis fluconazole toe te dienen).

Commentaar

Overschakelen op PO therapie van zodra de toestand van de patiënt en het fungigram het toelaat (fluconazole of voriconazole).

Bij blijvende positieve hemoculturen: katheters nakijken, thromboflebitis en endocarditis uitsluiten.
Consult MIT.