Vermoeden katheter gerelateerde bacteriëmie of fistelinfectie

Symptomen: koude rillingen, ontstaan tijdens hemodialyse; oplopende temperatuur; klassiek zonder focale klachten.

Steeds hemoculturen afnemen vóór toedienen antibiotica !
-  minstens 2 sets van 2 flessen; idealiter 1 set via de dialysekatheter / fistelvene en 1 set via perifere vene; identificeer de flessen correct (ID-klever, afnameplaats en volgorde).

Paracetamol mag gegeven worden vooraleer alle kweken zijn afgenomen.

Etiologie

Meestal stafylokokken:

  • coagulase negatieve stafylokokken (CNS)
  • methicilline gevoelige Staphylococcus aureus (MSSA)
  • methicilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) 

Commentaar

Therapie bij te sturen op basis van antibiogram.

Bij een besmette katheter dient de katheter in principe te worden verwijderd.

In het geval van CNS of enterobacterales kan een combinatie van gerichte, systemische antibiotica + een ‘antibiotic lock’ worden overwogen.
Bij Staphylococcus aureus, Pseudomonas aeruginosa of schimmels / gisten is een antibiotic lock onvoldoende effectief en heeft katheterverwijdering absolute voorkeur.

Afhankelijk van de gekweekte kiem kan aanvullend onderzoek nodig zijn, ter bevestiging van de focus en/of ter uitsluiting van metastatische infecties (bv. Staphylococcus aureus, Candida species).

Therapie / dagdosis

Standaard therapie: 

cefazoline 2 g IV op het einde van de dialyse

Duur therapie: afhankelijk van geïsoleerde kiem, focus, al dan niet verwijderen katheter of greffe, metastatische infecties.

Opmerkingen

dosis cefazoline (klassiek): 1 g per 'dag-tot-de-volgende-dialyse' = 2 g tot 3 g

Indien zwaar zieke patiënt:

cefazoline 2 g IV op het einde van de dialyse
+
amikacine 25 mg/kg IV bij afsluiten dialyse

Duur therapie: afhankelijk van geïsoleerde kiem, focus, al dan niet verwijderen katheter of greffe, metastatische infecties.

Opmerkingen

dosis cefazoline (klassiek): 1 g per 'dag-tot-de-volgende-dialyse' = 2 g tot 3 g

Indien patiënt in MRSA-bestand:

vancomycine 1 g IV  (indien gewicht patiënt < 70 kg), vancomycine 1,5 g IV (indien gewicht patiënt > 70 kg) op het einde van de dialyse
+
amikacine 25 mg/kg IV bij afsluiten dialyse

Duur therapie: afhankelijk van geïsoleerde kiem, focus, al dan niet verwijderen katheter of greffe, metastatische infecties.

Opmerkingen

Aanpassen antibiotherapie ASAP wanneer kweken bekend zijn.
Opvolgen van vancomycine spiegel aangewezen.

Bron: Hemodialyse - Rilkoorts aan dialyse +